Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
Wilt u investeren in een energie-efficiënt warmtenet om bestaande woningen en gebouwen van het aardgas te halen? Kunt u met dit warmtenet ook genoeg warmte leveren voor de toekomstige vraag naar warmte in uw projectgebied? En kan uw project snel van start? Vraag dan de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) aan.
Budget en aanvraagperiode
Hoor alles over de aanvraagronde van 2025
Bent u ondernemer en investeert u in warmtenetten om bestaande gebouwen en woningen aardgasvrij te maken? En wilt u hiervoor subsidie aanvragen? Kom dan naar onze informatiesessie over de aanvraagronde van de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) in 2025 op vrijdag 13 juni.
Voor wie?
Investeert u op eigen kosten en risico in een energie-efficiënt warmtenet? Dan kunt u deze subsidie aanvragen. U bent bijvoorbeeld een warmtecoöperatie, een warmtebedrijf of een onderneming die zich bezighoudt met warmte-infrastructuur.
U krijgt subsidie voor een nieuw of uit te breiden energie-efficiënt warmtenet dat:
- snel van start kan gaan;
- het gasgebruik vermindert en zo de warmtevoorziening verduurzaamt;
- warmte levert aan minimaal 250 kleinverbruikersaansluitingen in bestaande woningen en gebouwen;
- aan de toekomstige vraag naar warmte van alle woningen en gebouwen in uw projectgebied kan voldoen.
U kunt ook iemand machtigen om uw aanvraag te doen (een intermediair).
Richt u voor dit project een project-BV of Specifieke Vennootschap (SVP) op? Let er dan op dat alleen de investeerder in het warmtenet de subsidie kan aanvragen.
Wilt u als gemeente subsidie aanvragen?
Als gemeente kunt u geen subsidie aanvragen. Een gemeentelijk warmtebedrijf of een ander warmtebedrijf waarin een gemeente deelneemt, kan wel subsidie aanvragen. Ook een energiecoöperatie kan subsidie aanvragen als deze investeert in een warmtenet.
Wat is een energie-efficiënt warmtenet?
Om subsidie te krijgen, mag uw warmtenet maximaal 25 kg CO2 per gigajoule geleverde warmte uitstoten, vanaf de einddatum van uw project. Hiermee voldoet uw warmtenet ook aan de definitie van een energie-efficiënt net van de Europese richtlijn voor energie-efficiëntie (Richtlijn 2023/1791/EU).
U krijgt subsidie voor de aanleg van een energie-efficiënt warmtenet. Als u tijdens uw project de warmtebronnen of het warmtenet waar u op aansluit, ingrijpend renoveert, krijgt u te maken met extra voorwaarden. Er is dan alleen nog sprake van een energie-efficiënt warmtenet als het gebruik van fossiele bronnen niet toeneemt, vergeleken met het gemiddelde verbruik in de laatste 3 jaar.
Hoeveel subsidie krijgt u?
Bekijk hoe wij uw subsidie berekenen en hoeveel subsidie u krijgt.
Wat zijn de belangrijkste veranderingen in 2025?
Wat? | WIS in 2025 | WIS in 2024 |
---|---|---|
Hoe berekenen wij het subsidiebedrag? | Maximaal 30% van de investeringskosten die onder de subsidie vallen (met 10 of 20 procentpunt opslag voor mkb) | Onrendabele top (het deel van de investering dat zich niet terugverdient) |
Maximumbedrag - 1 | € 7.000 per kleinverbruiker voor wijkdistributienet | € 6.000 per huurwoning, € 7.000 per particuliere woning |
Maximumbedrag - 2 | € 4.000 per kleinverbruiker voor het primaire net | 45% van de investeringskosten die onder de subsidie vallen |
Onderdelen van het warmtenet voor klein- en grootverbruikers (gecombineerde leidingen) | Vallen onder de subsidie | Verdeeld op basis van vermogen |
Onderdelen alleen voor grootverbruikers | Vallen niet onder de subsidie | Vallen niet onder de subsidie |
Bewezen thermische opslagtechnieken | Vallen onder de subsidie | Vallen niet onder de subsidie |
Aantal aansluitingen - 1 | 250 | 250 |
Aantal aansluitingen - 2 | Woningen achter blokaansluitingen tellen mee voor het minimale aantal aansluitingen | Alleen individuele aansluitingen |
Aantal aansluitingen - 3 | Plukjes aansluitingen binnen het aaneengesloten projectgebied zijn toegestaan | Minimum volloop binnen een aaneengesloten projectgebied |
Exploitatieberekening | Voor het grootste deel vrij invulbaar | Veel vaste waarden |
Waarvoor krijgt u subsidie?
- Kosten voor de bouw van het energie-efficiënte warmtenet, zoals de aanneemsom en projectmanagement voor de aanleg van het warmtenet;
- Kosten die u activeert als investering in het warmtenet op uw balans;
- Loonkosten (maximaal € 65 per uur). Het gaat dan alleen om loonkosten die direct te maken hebben met de bouw van het warmtenet. En die u als investering in het warmtenet activeert;
- Kosten die u maakt tijdens de projectperiode;
- Kosten die u zelf maakt en betaalt. En dus niet de kosten die andere partijen in dit project maken;
- Kosten voor het primaire, en het secundaire net. Het primaire net is het net dat de warmte van de warmtebron via overdrachtstations naar het secundaire net brengt. Het secundaire net brengt de warmte uiteindelijk naar de gebouwen en woningen;
- Kosten voor warmteoverdrachtstations;
- Kosten voor bewezen thermische opslagtechnieken die warmte leveren aan uw aan te leggen warmtenet. Bewezen opslagtechnieken zijn thermische opslagsystemen of –technieken waarvan bewezen is dat ze werken. En die we al veel gebruiken in Nederland.
- Juridische kosten, zoals advies voor het indienen van een aanvraag van een vergunning. En adviescontracten met aannemers voor de aanleg van het warmtenet;
- Kosten voor de aanbesteding en inkoop;
- Kosten voor omgevingsmanagement gericht op de bouw van het warmtenet, zoals het regelen van de wegafsluiting, en afstemming over het riool en andere leidingen;
- Kosten voor vooronderzoek voor bomen, archeologie, bodemverontreiniging en explosieven;
- Kosten voor engineering en ontwerpkosten.

- Bij individuele kleinverbruikersaansluitingen: de investeringen tot en met de nieuwe afleverset. Soms kunt u een warmtepomp plaatsen die de rol van de afleverset heeft. U kunt subsidie krijgen voor de kosten voor de onderdelen van de afleverset. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie. De grijze onderdelen zijn het gebouw, de radiatoren, de leiding tussen de radiator en de afgifteset;

- Bij appartementen: kosten voor de leidingen tot en met de nieuwe afleverset. Hierbij is het belangrijk dat elk appartement een eigen nieuwe afleverset moet krijgen. Ook als deze in het gebouw ligt. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie;

- Bij blokaansluitingen: kosten tot aan de gevel. Kosten vanaf de gevel, vallen bij blokaansluitingen niet onder de subsidie. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie.
Waarvoor krijgt u geen subsidie?
- Kosten voor onderdelen van het warmtenet die u alleen aanlegt voor nieuwbouw, grootverbruikersaansluitingen (groter dan 100 kW) of het leveren van proceswarmte;
- Kosten voor de administratie, projectcontroller en kostencalculaties;
- Kosten voor het werven van klanten/aansluitingen;
- Juridische kosten, zoals kosten voor het oplossen van geschillen, organisatiestructuur en financiering;
- Financieringskosten, zoals afsluitprovisie en uren die u maakt voor het krijgen van de financiering;
- Financieringslasten. Dit zijn rentekosten en risico-opslag;
- Kosten die u maakt voor omgevingsmanagement dat niet gericht is op de bouw van het warmtenet, zoals participatie en informatieavonden voor het krijgen van klanten;
- Kosten voor communicatie die niet gaat over de bouwwerkzaamheden;
- Kosten voor coördinatie voor Veiligheid, Welzijn, Gezondheid en Milieu (VGWM) die niet gericht is op de bouwplaats;
- Kosten voor accountmanagement met stakeholders of aandeelhouders;
- Kosten voor algemene ondersteunende werkzaamheden, zoals secretariële ondersteuning;
- Loonkosten die vooraf niet ingeschat zijn;
- Kosten voor projectmanagement en het verspreiden van kennis;
- Kosten voor de warmtebron;
- Kosten voor warmtepomp(en);
- Kosten voor binneninstallatie(s) na de afleverset.
- Kosten achter de gevel bij een gebouw met een blokaansluiting, om het aan te sluiten op het warmtenet.
Voorwaarden
- Uw aanvraag moet volledig zijn;
- U toont aan dat bij einddatum van het project de uitstoot van de geleverde warmte niet hoger is dan 25 kg CO2 per gigajoule;
- U levert met uw warmtenet warmte aan minimaal 250 kleinverbruikersaansluitingen (kleiner dan of gelijk aan 100 kW). Deze zijn verspreid over minimaal 5 gebouwen. Ook woningen die zijn aangesloten via een blokaansluiting tellen mee voor dit minimumaantal;
- U bent al ver met de ontwikkeling van uw energie-efficiënte warmtenet. Dit blijkt uit uw planning;
- De aanleg van uw energie-efficiënte warmtenet duurt niet langer dan 7 jaar:
- De startdatum van uw project is niet later dan 6 maanden na de brief met ons besluit om u subsidie te geven;
- Binnen één jaar na de brief stuurt u ons een definitief investerings- en financieringsbesluit;
- Binnen 3 jaar na de brief stuurt u ons een opdrachtverstrekking. Hierin laat u zien dat u gestart bent met de fysieke aanleg van het warmtenet;
- U toont aan dat alle kleinverbruikers binnen het projectgebied die volgens het projectplan zouden worden aangesloten op het warmtenet, een aanbod hebben ontvangen met een realistische prijs die past in de markt;
- U laat zien dat dat het warmtenet echt in gebruik wordt genomen als het klaar is;
- U laat zien dat uw project aansluit bij de warmteplannen van de gemeente;
- U laat zien dat u alle ketenpartners en stakeholders betrekt. Zij spelen een belangrijke rol in de keten van warmtelevering: van de eigenaar van de bron waar de warmte vandaan komt tot de eindgebruiker. U maakt vooraf afspraken met hen. U laat dit zien met bijvoorbeeld contracten, intentieverklaringen of samenwerkingsovereenkomsten en de toelichting in uw projectplan. Daarin legt u uit hoe uw warmtenet past binnen het beleid van de gemeente voor de warmtetransitie (de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame en hernieuwbare warmtebronnen).
Voorbeelden van ketenpartners zijn:- warmteproducent;
- afnemer van de warmte van het warmtenet;
- gemeente.
- U laat zien dat uw project subsidie nodig heeft. U maakt duidelijk dat de subsidie voor uw project een stimulerend effect heeft;
- Uw nieuwe energie-efficiënte warmtenet voldoet aan de eisen voor een energie-efficiënt warmtenet;
- U houdt zich ook aan de subsidiespelregels van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Hierop wijzen wij uw aanvraag af
Voldoet u niet aan bovenstaande voorwaarden? Dan wijzen wij uw aanvraag af. Ook dit zijn redenen waarom wij u geen subsidie geven:
- U start uw project voordat u subsidie aanvraagt. U mag bijvoorbeeld nog geen contract hebben afgesloten met de aannemer die het warmtenet gaat aanleggen. Dit geldt ook als u deze kosten nog niet betaalde. Ook kunt u zich nog niet verplicht hebben tot het leveren van warmte, bijvoorbeeld door al contracten met klanten af te sluiten;
- U heeft al een subsidie voor hetzelfde investeringsproject en wij hebben die subsidie nog niet vastgesteld of ingetrokken;
- Er is onvoldoende vertrouwen dat u het project kunt financieren;
- Er is onvoldoende vertrouwen dat u of de betrokken partners het project kan uitvoeren;
- Er is onvoldoende vertrouwen in de technische, economische of juridische haalbaarheid van uw project;
- Uw project is afhankelijk van een ander project. U mag een project niet in meerdere delen aanvragen als die delen van elkaar afhankelijk zijn. U mag een investeringsproject dus niet opknippen in kleinere opeenvolgende investeringsprojecten om daarmee onder het Europese drempelbedrag te blijven. Of om daarmee aan de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) te ontkomen;
- U bent een onderneming in moeilijkheden (dit beoordelen wij op basis van de regels die hiervoor gelden). Voor een snellere beoordeling voegt u een ingevulde verklaring toe bij uw aanvraag waarmee u laat zien dat u geen onderneming in moeilijkheden bent;
- De kwaliteit van uw project is onvoldoende. Dit blijkt uit:
- uw projectplan, begroting en/of het voorlopig ontwerp;
- hoe u met risico’s omgaat;
- de uitvoerbaarheid van uw project;
- of u aantoont dat alle benodigde ketenpartners en stakeholders in het project vertegenwoordigd zijn. Dit doet u met bijvoorbeeld contracten, intentieverklaringen of samenwerkingsovereenkomsten;
- of u de beschikbare middelen effectief en efficiënt inzet.
Subsidieproces in 3 stappen
Stap 1: toets uw projectidee voor u aanvraagt
Onze ervaring is dat een aanvraag na een adviesgesprek op basis van uw projectidee een hogere kwaliteit heeft. Een projectidee is een korte beschrijving van uw project. Wij kijken of uw projectidee aansluit bij de voorwaarden van de subsidie. De subsidieaanvraag is uitgebreider. Wij controleren pas bij de aanvraag of deze echt voldoet aan de subsidievoorwaarden.
Stap 2: maak uw aanvraag compleet met alle bijlagen
Wij beoordelen uw aanvraag alleen als deze compleet is. Bereid uw aanvraag daarom goed voor. Is uw aanvraag niet compleet? Dan ontvangt u een e-mail met het verzoek om de aanvraag aan te vullen.
Zorg ervoor dat de informatie in de verschillende bijlagen hetzelfde is. Denk bijvoorbeeld aan het aantal aansluitingen, de datums van de mijlpalen en andere informatie die op meerdere plekken terugkomt.
Uw subsidieaanvraag beoordelen wij op basis van uw projectplan. Gebruik hiervoor ons model. Hierin onderbouwt u alle belangrijke onderdelen. U geeft hierin ook toelichting op andere bijlagen van uw aanvraag. In het model leest u hoe u het goed invult. Het projectplan gebruiken wij om de kwaliteit en slaagkans van uw project te beoordelen.
In de aanvraagronde van 2025 moet u ook uitleggen hoe groot uw primaire net wordt (dimensionering) om de hoeveelheid warmte te kunnen leveren die nu en in de toekomst nodig is in uw projectgebied.
Binnenkort vindt u hier het model voor uw projectplan.
U onderbouwt in ons model Exploitatieberekening uw investeringen en opbrengsten. Het model rekent hiervoor met een aantal vaste uitgangspunten en een aantal waarden die u zelf invult. Dit geeft ons inzicht in de business case van uw project. Het helpt ons beoordelen of uw project economisch haalbaar is en subsidie nodig heeft.
In het model exploitatieberekening staan een aantal regels die u moet volgen. De hoogtes van de opbrengsten uit vastrecht, huur afleverset, meettarief en verbruikstarief sluiten aan bij de maximumbedragen uit het nieuwste ‘tarievenbesluit warmte’ van de ACM. We indexeren de opbrengsten.
U mag alleen andere bedragen gebruiken als u dit duidelijk uitlegt in uw projectplan. U voegt dan documenten die de afwijking onderbouwen toe als bijlage bij uw aanvraag. Daarin laat u zien waarom u deze afwijking geeft, wat het effect is op de economische haalbaarheid van het project, en wat het effect is op de eenmalige bijdrage die de eigenaar van het gebouw betaalt.
Deze korting moet u ook echt bieden aan de verbruiker van uw warmte, en niet alleen opgeven bij de aanvraag.
Ook zijn er regels voor onderdelen van het warmtenet, zoals het primaire en secundaire net, waarvan u alleen mag afwijken met een goede onderbouwing in het projectplan. U wijkt bijvoorbeeld af doordat u te maken heeft met:
- een moeilijke ondergrond, zoals vervuilde bodem;
- kabels en leidingen;
- kruisingen met spoorlijnen of waterwegen;
- het feit dat uw warmtenet in een stad komt te liggen, wat hogere uitvoeringskosten met zich mee kan brengen.
Binnenkort vindt u hier het model voor uw exploitatieberekening.
Een mijlpaal laat zien welk resultaat u behaalt en welke kosten daarbij horen. De eerste mijlpaal is de startdatum en de laatste mijlpaal is de einddatum van uw project. Bij elke mijlpaal voegt u kosten toe. De mijlpalen sluiten op elkaar aan of overlappen elkaar. In alle periodes voert u kosten op.
3 verplichte mijlpalen
In de mijlpalenbegroting beschrijft u bij iedere mijlpaal de volgende onderdelen. Deze onderbouwt u verder in het projectplan:
- Investeringsbesluit(en)
- Financieringsbesluit(en)
- Opdrachtverstrekking(en)
Vanaf mijlpaal 3 stelt u zelf de mijlpalen op. Is er bijvoorbeeld meer dan een opdrachtverstrekking? Dan voegt u voor elke opdrachtverstrekking een aparte mijlpaal toe. Voor het hele project voegt u maximaal 15 mijlpalen toe.
U geeft in het voorlopig of definitief ontwerp aan welke leiding(del)en, overdrachtstations en aansluitingen, in welke mijlpaal terugkomen. Op de einddatum van een mijlpaal legt u het resultaat aan ons voor. Wij controleren of u de mijlpaal behaalde.
Verandert een mijlpaal?
Verwacht u dat u langer over een mijlpaal doet of dat uw kosten voor een mijlpaal wijzigen? Dan meldt u dit direct bij ons. Een verandering kan gevolgen hebben voor het ontvangen van uw voorschotten.
Hierin onderbouwt u hoe u het project financiert, hoeveel eigen geld u verwacht te investeren, hoeveel vreemd vermogen u verwacht aan te trekken en wie de externe financiers zijn.
In dit ontwerp of bouwbestek laat u de grenzen van het projectgebied zien waarin u het warmtenet met de leidingen aanlegt. En welke gebouwen u aansluit.
Maak een of meerdere tekeningen met een kaart van het projectgebied waarop u het volgende laat zien:
- Het geografisch aaneengesloten projectgebied waarin het aan te leggen warmtenet warmte kan leveren. Dit is de buurt of wijk die u op het warmtenet aansluit, en mogelijke (tussenliggende) gebieden die uw net in de toekomst kunnen gebruiken;
- De ligging van het warmtenet. U tekent hierin ook de ondergrondse en bovengrondse infrastructuur en overdrachtstations. Maak hierbij duidelijk onderscheid tussen het primaire en het secundaire deel van het warmtenet. In de ontwerptekening laat u zien dat hoe alles op elkaar aansluit. Een aparte toelichting op de ontwerptekening mag ook. Maak alle losse leidingdelen en overdrachtstations zichtbaar. Geef ook aan hoe lang de leidingdelen zijn. Doe dit met nummers of labels. Dit zijn dezelfde labels die u ook gebruikt voor de begroting en voor de splitsing van kosten die wel en niet onder de subsidie vallen;
- De aansluitingen. Geef daarbij aan:
- Hoeveel kleinverbruikersaansluitingen u verwacht binnen de looptijd van dit project en wat het maximale aantal is dat u kunt aansluiten;
- Of het gaat om: kleinverbruikersaansluitingen, blokverwarmingsaansluitingen, grootverbruikersaansluitingen of aansluitingen in nieuwbouw.
- De fases van de aanleg van het warmtenet. Deze fasen zijn hetzelfde als de mijlpalen die u beschreef in het model exploitatieberekening en het model projectplan;
- Het ontwerp van de aansluitingen. Voor aansluitingen van particuliere woningeigenaren binnen het project is een ontwerp van enkele veel voorkomende referentiewoningen (woningen waarmee u vergelijkt) voldoende. Dit werkt u per type woning uit in het voorontwerp. In het ontwerp van de aansluitingen laat u minimaal zien:
- De leidingloop door en/of langs de gebouwen;
- De bouwkundige werkzaamheden die nodig zijn;
- De positie van de afleverset(s);
- De demarcatie tussen warmtebedrijf en gebouweigenaar die u gebruikt bij de werkzaamheden om de aansluiting te realiseren;
- Als het voor uw project geldt: de verdere aanpassingen die nodig zijn en de gebouweigenaar moet doen voor isolatie en/of het afgiftesysteem.
- De plek en grootte van de warmteopslag(en).
Geef een duidelijk overzicht met uitleg van alle kosten die u verwacht te maken voor uw project. Geef apart aan welke kosten onder de subsidie vallen en welke niet. Onderbouw hoe u aan deze kosten komt. Zijn dit bijvoorbeeld ervaringscijfers of gegevens uit kostenberekeningen? Uw kostenoverzicht moet aansluiten op de investeringskosten in de mijlpalenbegroting. Daarnaast moeten de gegevens aansluiten op het voorlopig ontwerp en de informatie in uw projectplan.
U moet in uw aanvraag uitleggen hoe u het project financiert. Het gaat dan om het deel van de projectkosten waarvoor u geen subsidie krijgt. Dit is uw eigen bijdrage. Onderbouw dit bijvoorbeeld met een verklaring van uw bank of investeerder, een jaarverslag, jaarrekening en/of een businessplan. De financiering moet realistisch zijn. U kunt hierin ook opnemen dat u hier de subsidie voor nodig heeft. Kunt u dit niet laten zien of kunt u niet zelf (genoeg) bijdragen? Dan wijzen wij uw aanvraag af.
Bekijk ook financiering subsidieproject voor de toetsing financiering eigen bijdrage.
U maakt afspraken met ketenpartners en stakeholders. De afspraken laat u bij uw aanvraag zien door bijvoorbeeld raamovereenkomsten, offertes, intentieverklaringen en/of samenwerkingsovereenkomsten met deze partijen. Leg ook uit op welke manier u verwacht dat deze afspraken de volloop in uw project beïnvloeden.
Beschrijf de duurzaamheid van het warmtenet. Gebruik hiervoor ons Rapportageformat. Met dit ingevulde format toont u aan dat de uitstoot van het warmtenet als het project klaar is niet hoger is dan 25 kg CO2 per gigajoule geleverde warmte. U stuurt het Excel-bestand mee als bijlage bij uw projectplan.
Via onderstaande knop vindt u de formats en een rapport met uitleg over hoe u het format invult. Ook vindt u een lijst met duurzaamheidsfactoren die u gebruikt. Voor de CO2-uitstoot van elektriciteit mag u een lagere waarde gebruiken, omdat er steeds meer duurzame bronnen komen. U kunt hiervoor de vooruitzichten uit de nieuwste Klimaat- en Energieverkenning gebruiken. Voor 2030 ligt deze waarde nu op 0,06 kg/kWh. En voor 2035 op 0,02 kg/kWh. Voor tussenliggende jaren mag u zelf een inschatting maken die tussen deze waarden ligt.
Is er voor uw project een vergunning nodig? Of heeft u een concessieovereenkomst met de gemeente? Met een concessie geeft de gemeente u toestemming voor de uitvoering van het project. Voeg deze dan toe.
U laat zien dat u tijdens de projectperiode de kleinverbruikers binnen uw projectgebied in bestaande gebouwen aansluit. U geeft aan hoeveel kleinverbruikers met een gasaansluiting u maximaal kunt aansluiten.
Daarna legt u uit hoeveel van deze kleinverbruikers u tijdens de projectperiode verwacht aan te sluiten. U onderbouwt dit met bijvoorbeeld enquêtes of intentieverklaringen met verhuurders. Laat ook zien hoe u bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen (gemeenten) betrekt bij de voorbereiding van uw project en de verwachte effecten hiervan op de haalbaarheid van uw project.
Bij de aanleg van een warmtenet binnen uw project gebied hoeft u in de aanvraagronde van 2025 niet het volledige gebied direct aan te sluiten. U kunt starten met de aansluiting van een deel van de woningen of gebouwen.
U kunt dit in fasen doen. U kunt dus starten met deelgebieden waar de omstandigheden gunstig zijn, zoals voldoende draagvlak bij omwonenden, technische haalbaarheid of koppelkansen met andere werkzaamheden in het projectgebied, zoals het vervangen van de riolering. Andere delen van het gebied kunt u op een later moment aansluiten.
Zorg er dan wel voor dat het primaire warmtenet dat door het gebied loopt (de oranje lijn op de kaart) voldoende is gedimensioneerd om uiteindelijk de volledige warmtevraag van het hele projectgebied te kunnen leveren. Zo is uw warmtenet toekomstbestendig.
Daarnaast levert het warmtenet aan minimaal 250 kleinverbruikersaansluitingen of woningen achter een blokaansluiting verspreid over minimaal 5 gebouwen.
In de afbeelding hieronder ziet u hoe dit er in de praktijk uit kan zien.

- U geeft de grenzen van uw projectgebied duidelijk aan.
- Daarbinnen laat u zien in welk gebied uw project wijkdistributienietten aanlegt. En welk gebied niet aansluit binnen uw project.
- U laat zien waar het primaire warmtenet ligt en waar de warmteoverdrachtstations zich bevinden.
- Ook geeft u aan waar de grootverbruikers in uw projectgebied zitten. En waar de blokaansluitingen in uw projectgebied zich bevinden.
Ontvangt u nog andere subsidies van het Rijk? Of leveren andere overheden een bijdrage aan het project? Geef dit dan aan. Er kan namelijk sprake zijn van een optelsom van subsidies. U geeft dit aan in het projectplan en model Exploitatieberekening. Het kan gaan om een subsidie, maar ook om een garantiestelling of een lening onder gunstige voorwaarden. Wij beoordelen of dit mag of niet. Als het niet mag, verminderen wij het bedrag van uw subsidie.
Andere overheden kunnen zijn:
- gemeenten;
- provincies;
- Europese instellingen.
Wij mogen geen subsidie geven als uw onderneming in moeilijkheden is op het moment dat wij uw subsidieaanvraag goedkeuren. Dit staat in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV, artikel 2, punt 18). Om dit te beoordelen stuurt u mee met uw aanvraag:
- verklaring geen onderneming in moeilijkheden
- beslisschema
- meest recente (geconsolideerde) jaarcijfers (balansdatum niet langer dan 18 maanden geleden)
- organogrammen (inclusief aandelenverhouding) van de deelnemers
Meer uitleg over dit onderwerp kunt u nalezen in de Algemene Groepsvrijstellingverordening (artikel 2, punt 18).
Bent u een mkb’er? Dan kunt u voor 40% van de investeringskosten subsidie krijgen. Bent u een kleine onderneming? Dan kunt u voor 50% van de investeringskosten subsidie krijgen. Lever daarvoor de mkb-verklaring aan. Met de mkb-verklaring berekent u of u valt binnen de definitie van een mkb-onderneming zoals gesteld door de Europese Commissie.
Heeft u nog andere bijlagen die volgens u belangrijk zijn voor het project? Stuur deze dan mee. Denk aan:
- Rapporten als onderbouwing van de technische of economische uitspraken die u in het projectplan doet;
- Documenten waaruit blijkt hoe het warmtenet aansluit op de plannen van de gemeente voor de warmtetransitie;
- Intentieovereenkomsten met belangrijke stakeholders.
Stap 3: dien uw aanvraag op tijd in
Wij behandelen aanvragen op volgorde van binnenkomst. U kunt subsidie aanvragen vanaf 1 augustus 2025, 09:00 uur tot 16 januari 2026, 17:00 uur.
Inloggen en machtigen
U kunt een intermediair machtigen om:
- uw subsidieaanvraag te doen;
- uw hele aanvraag te regelen;
- uw aanvraag te regelen en uw vaststellingsaanvraag te doen.
U geeft uw keuze voor een van deze opties via onderstaand formulier.
Gebruik uw eigen inloggegevens voor eHerkenning. U bent intermediair als uw namens de aanvrager deze subsidieaanvraag doet. De aanvrager is degene die de daadwerkelijke investering doet; die dus de kosten maakt en betaalt.
U bent ook intermediair als:
- de aanvrager u inhuurt als adviseur of om een deel van de aanvraag uit te voeren;
- u namens een dochter- of zusterbedrijf deze subsidie aanvraagt.
Richt u voor dit project een project-BV of Specifieke Projectvennootschap op? Let er dan op dat alleen de investeerder in het warmtenet WIS kan aanvragen. De investeerder in het warmtenet moet het warmtenet activeren op de balans. De project-BV moet opgericht zijn voordat u deze subsidie aanvraagt.
Na uw aanvraag
Zodra uw aanvraag volledig ingediend is, nemen wij deze in behandeling. De beoordelingstermijn is 8 weken. Deze termijn kunnen we een keer verlengen met 8 weken. Stellen wij u tijdens de beoordeling aanvullende vragen? Dan verlengen wij de beoordelingstermijn met het aantal dagen dat u nodig heeft voor het beantwoorden van die vragen.
Wij beoordelen de aanvragen voor deze subsidie op volgorde van binnenkomst. Wij beoordelen alleen volledige aanvragen.
Gaan we op een bepaalde dag over het totaal beschikbare subsidiebudget heen? En ontvangen we deze dag meerdere volledige aanvragen? Dan bepalen we via loting de volgorde van behandeling.
Zoals aangegeven worden in deze loting alleen volledige aanvragen meegenomen. Elke aanvraag loot apart mee. Ook als u dus meerdere volledige aanvragen op één dag indient. Valt een aanvraag binnen het budget, maar trekt u de aanvraag in of wijzen wij deze (gedeeltelijk) af? Dan zetten we het vrijgekomen budget in voor de eerstvolgende aanvraag op de lijst.
Dit proces herhalen we totdat het beschikbare subsidiebudget op is.
U ontvangt een brief met de beoordeling van uw project. Dit noemen wij de subsidiebeschikking.
Is de beoordeling positief? Dan ontvangt u subsidie.
In de brief leest u hoe hoog de subsidie is. Het kan zijn dat u een lager bedrag ontvangt dan dat u aanvroeg. Dit komt doordat bijvoorbeeld een deel van de opgegeven kosten toch niet onder de subsidie valt.
In de ontvangen brief leest u ook de details over de uitbetaling van de subsidie, en uw verplichtingen als subsidieontvanger.
Wijzen wij uw aanvraag af? Dan ontvangt u een brief. Wij leggen u dit in een telefoongesprek verder uit. Afhankelijk van de reden voor afwijzing, bekijken wij met u of het zin heeft dat u een aangepaste (verbeterde) aanvraag naar ons stuurt.
Kreeg u voor uw project subsidie? Dan levert u een keer per jaar een voortgangsrapportage in. Hiervoor gebruikt u het formulier dat staat in het online aanvraagportaal.
U rapporteert over de voortgang van uw project. Het gaat dan niet alleen om de inhoudelijke voortgang, maar ook om de financiële voortgang.
In de rapportage geeft u aan welke prestaties u leverde en of dit klopt met de mijlpalenbegroting. Klopt dit niet? Dan vragen wij u om dit door te geven via een wijzigingsverzoek. Dit kan gevolgen hebben voor het voorschot dat wij u betalen.
U kreeg subsidie toegewezen en bent gestart met uw project. U bewaart de documenten tijdens en na uw project. Hierdoor zien wij hoe het gaat met uw project.
U krijgt subsidie voor uw project. U moet daarom belangrijke wijzigingen in uw project direct aan ons doorgeven. Als het kan, geeft u dit door voordat de wijziging plaatsvindt. Soms hoeft u dit niet vooraf door te geven, maar is een melding achteraf voldoende. Voorbeelden van belangrijke wijzigingen:
- U heeft wijzigingen in kostensoorten, bijvoorbeeld verschuivingen tussen loonkosten en kosten derden. En uw begroting wijzigt meer dan 25% per kwartaal;
- U voert een deel van het project niet uit;
- Uw project heeft vertraging. U haalt bijvoorbeeld de einddatum niet. Dit meldt u vóór de einddatum die in de brief staat waarin wij uw subsidie goedkeuren (subsidiebeschikking);
- Uw project verandert inhoudelijk;
- U vraagt faillissement of uitstel van betaling aan;
- U kunt niet voldoen aan uw verplichtingen;
- Splitsing, fusie of overname van uw onderneming;
- U ontvangt of verwacht te ontvangen andere subsidies, garanties en leningen van een bestuursorgaan (zoals een gemeente of provincie). Stuur hiervan ook altijd de beschikking mee. Wij beoordelen of u de andere subsidie(s), garanties en leningen kunt combineren met de regeling. Wij passen hier mogelijk uw subsidie op aan;
- U verandert de mix van bronnen die warmte leveren aan het warmtenet;
- U het warmtenet of de warmtebron ingrijpend renoveert (meer dan 50% van de kosten van een nieuw systeem).
Geeft u wijzigingen niet op tijd door?
Dan ontvangt u geen subsidie voor de gewijzigde projectonderdelen. Soms krijgt u zelfs geen subsidie meer voor het hele project. Twijfelt u of een wijziging moet doorgegeven? Neem dan contact met ons op.
Wanneer ontvangt u bericht van ons?
De beoordelingstermijn voor wijzigingen is 8 weken. Dit kunnen we één keer verlengen met nog eens 8 weken.
De definitieve hoogte van uw subsidie bepalen wij pas na afloop van uw project. Dit heet ook wel de ‘vaststelling van het subsidiebedrag’. In deze vaststelling verrekenen wij direct te weinig of te veel ontvangen subsidie. Lees meer over hoe wij uw subsidiebedrag vaststellen.
Stuur met uw vaststellingsaanvraag mee:
- Een eindrapportage: we ontwikkelen een format voor de eindrapportage. U vindt dit format binnenkort op deze pagina;
- De controleverklaring van uw accountant, als de subsidie hoger is dan € 125.000;
- Een gewaarmerkt en gedateerd kostenoverzicht met de gemaakte en betaalde kosten bij de controleverklaring.
Meer weten?
- Samenvatting regelingstekst nationale EZK- en LNV-subsidies
- Officiële wettekst van deze regeling (Staatscourant, openstelling 2025)
- Officiële wettekst van deze regeling (Staatscourant, openstelling 2024)
- Officiële wettekst van deze regeling (Staatscourant, openstelling 2023)
- Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies
- Officiële wettekst van de wijziging in het vastrecht
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei